De kleur van een onderwerp dat je wilt fotograferen wordt beïnvloed door de kleur van het licht dat erop valt. Zonlicht heeft een veel hogere kleurtemperatuur dan gloeilamplicht. De oorzaak daarvan is dat het oppervlak van de zon, waar het licht vandaan komt, een veel hogere temperatuur heeft (5200K) dan de gloeidraad in een gloeilamp (3000K). Direct zonlicht heeft daardoor meer blauw in het spectrum dan gloeilamplicht. Omgekeerd heeft gloeilamplicht meer rood dan direct zonlicht. Hoe hoger de kleurtemperatuur hoe meer blauw, hoe lager de kleurtemperatuur hoe meer rood. Om van de informatie van je sensor te komen tot een afbeelding die de kleuren weergeeft, zoals je ze “gezien” hebt, moet is in de bewerking de drie basiskleuren (rood, groen en blauw) samenvoegen op een manier die rekening houdt met de kleurtemperatuur van het licht dat op je onderwerp viel. Dat doe je met de keuze voor een specifieke witbalans.
Op een aparte pagina vind je wat meer informatie over het begrip kleurtemperatuur en witbalans .
Witbalans kiezen
De sensor van je camera “weet” niet wat het soort licht is dat op je onderwerp valt. De fotograaf weet dat wel en kan de sensor dat “vertellen” door de keuze van de witbalans.
Om op je scherm de kleur wit te maken, heb je even grote hoeveelheden rood, groen en blauw nodig. Als je voorwerp door gloeilampen wordt belicht, zal een wit voorwerp wat meer rood licht en wat minder blauw licht naar de camera sturen, dan wanneer het door direct zonlicht wordt belicht. Door de keuze van de witbalans vertel je je sensor hoe de foto de kleur wit inderdaad als wit zal weergeven. Vandaar de naam witbalans.
Uiteraard geldt iets vergelijkbaars evenzeer voor alle niet-witte kleuren. De software in de meeste camera’s kan zelf een schatting maken. In de JPG-uitvoer wordt de bij de opname gemaakte keuze uitgevoerd en worden de rode, groene en blauwe kanalen zo gemengd dat de kleur wit inderdaad wit wordt. In het RAW-bestand zijn die drie basiskleuren nog niet gemengd en kun je dat dus alsnog in de RAW-converter doen, zo je wilt met een andere keuze dan die in de camera was gemaakt.
In bovenstaande drie figuren wordt dit geïllustreerd. De figuren geven steeds ook de histogrammen voor de drie basiskleuren weer. De middelste van de drie is de automatisch witbalans (4232K) van de camera gebruikt. Links zie we het resultaat als deze foto zou zijn genomen met de witbalans voor gloeilamplicht (3000K). De foto wordt blauwer, omdat de bewerking nu rekening houdt met de relatief lage hoeveelheid blauw licht. De rechter figuur geeft het resultaat bij een witbalans “direct zonlicht”: een wat roder beeld.
In onderstaande animatie zien we de kleuren verschuiven.
Witbalans: kleurtemperatuur en kleurtoon
Als je de animatie goed bekijkt, zie je dat de automatische witbalanskeuze van de camera niet alleen de kleurtemperatuur verandert, maar ook, in de terminologie van NX Studio, de kleurtoon. Andere termen hiervoor zijn tint en in het Engels hue. Het is een van de drie parameters waarmee kleur in de fotografie wordt beschreven. De andere twee zijn lichtheid (Engels: value) en verzadiging (Engels: saturation). Het kleurwiel hiernaast (van Wikipedia, Engels), toont een kleurcirkel, waarin alle kleuren dezelfde lichtheid en verzadiging hebben, maar alleen verschillen in kleurtoon. Door het schuifje bij kleurtoon te verplaatsen verschuif je de verdeling van de kleuren over de cirkel links- of rechtsom. Hieronder zie je het resultaat van verandering van de kleurtoon met 3 eenheden naar links en naar rechts. Het effect is een rode kleurzweem in het eerste geval en een groene in het tweede geval.
Als je de kleur van een foto wilt corrigeren kun je dat, als je niet de automatische keuze van je camera wilt volgen, dus in twee stappen doen:
- Kies een kleurtemperatuur die het dichtst komt bij wat je wil bereiken;
- Speel wat met de kleurtoon totdat je helemaal tevreden bent.
UIteraard kun je ook uitgaan van de automatische keuze van je camera en nog wat spelen met kleurtemperatuur en kleurtoon tot je helemaal tevreden bent.
Kleur beïnvloeden met het curve gereedschap
De witbalans is een serie tevoren ingestelde set combinaties om de drie basiskleuren te mengen. Dat kun je ook met de hand doen, door het curve gereedschap op de afzonderlijke basiskleuren toe te passen. Hieronder wordt dat uitgevoerd om de opname met automatische witbalans te veranderen in een met de witbalans van gloeilamplicht. Daartoe wordt achtereenvolgend de gamma-waarde voor de blauwe curve op 1,70 (meer blauw) gezet en die voor de rode curve naar 0,66 (minder rood). De groene curve is hier niet veranderd. De groene curve kan uiteraard ook nog worden aangepast.
Op deze manier kun je dus ook aardig in de buurt van een andere witbalans komen. Je hebt op deze manier de interpretatie van de data van je sensor naar de keuren op je foto meer in de hand, maar het is moeilijker om precies te begrijpen wat je doet. Anderzijds kun je ook zeer extreme kleurverschuivingen bereiken.
Ook hier geldt dat deze kleurcorrecties ook op JPG-bestanden kunnen worden toegepast. Omdat in de JPG uitvoer minder informatie aanwezig is, kun je dan verwachten dat de kwaliteit van het resultaat minder zal zijn.