Ik ben nu een paar maanden lid van de Fotoclub Bilthoven en Omstreken. Ik fotografeer sinds mijn middelbareschooltijd in de jaren zestig van de vorige eeuw. Destijds vooral in zwart-wit met een eigen donkere kamer. Na mijn studie in Leiden werd ik actief lid van de Leidse Amateurfotografen Vereniging (LAFV) tot ik, begin jaren tachtig, naar Haren (Groningen) verhuisde. Daar werd ik actief lid van de fotoclub Beeldspraak. Sinds 2017 ben ik lid van de Fotoclub Bilthoven.
Na mijn verhuizing naar Utrecht, eind 1990, werd het vrij snel moeilijk om echt actief met mijn amateurfoto’s bezig te zijn. Mijn donkere kamer verstofte en ik had simpelweg niet voldoende tijd om de vaardigheden vast te houden en actief aan een nieuwe fotoclub deel te nemen. Ik heb dat nog wel even geprobeerd. Uiteraard ben ik wel foto’s blijven maken, maar dat waren vooral foto’s van vakantiereisjes en de kinderen. Vrijwel gedachteloos stapte ik daarbij over op digitale fotografie. Ik gebruikte Google’s Picasa om hier en daar een horizon recht te zetten en een uitsnede te maken. Dat voldeed prima voor mijn kiekjes!
Na mijn pensioen wilde ik de fotografie toch weer oppakken en ben ik een korte cursus digitale fotografie bij de Vrije Academie gaan doen. Op die cursus leerde ik mijn camera (een Nikon D3200) beter kennen en leerde ik ook het verschil tussen fotograferen in RAW en in JPG. Ondanks mijn technisch-natuurwetenschappelijke achtergrond had ik mij daar nooit in verdiept en de camera al het denkwerk laten doen. Langzaamaan begon ik steeds meer te begrijpen van witbalansen, verzadiging, “hue” en nog zo wat zaken. Picasa was niet meer voldoende en ik installeerde de Nikon software (Capture NX-D). Al gauw liep ik ook daar voor sommige foto’s aan tegen grenzen aan wat mogelijk is en voegde ik Gimp 2.8 toe aan mijn “digitale donkere kamer”. Ik had weer “negatieven” (de RAW-bestanden) en kon weer “afdrukken”: bewerken en exporteren naar JPG of TIF.
Ik werd lid van een (te) klein fotoclubje in Utrecht totdat deze club zichzelf besloot op te heffen wegens gebrek aan belangstelling. En toen ontdekte ik Fotoclub Bilthoven en Omstreken. Daar zag ik vanaf de eerste avond dat ik er was weer de inzet en het enthousiasme voor fotografie die ik in mijn oude fotoclubs in Leiden en Haren zo had gewaardeerd. De foto’s werden ook allemaal niet op scherm, maar in hard copy getoond, veel daarvan ook zorgvuldig opgeplakt of achter passe partout gezet. Hier waren mensen serieus met hun hobby bezig. En ik zag prachtige foto’s, vaak ook met een uitstekende technische kwaliteit.
Hier kon ik weer wat leren en mijzelf op fotografisch gebied ontwikkelen. De term “NIK-filters” en schuifknopjes waarmee foto’s konden worden aangepast kwamen langs. Daar had ik nooit van gehoord. Google bracht uitkomst en ik kon mijn Gimp-programma uitbreiden met deze filters. Samen met de inmiddels ook ontdekte panorama stitcher Hugin was ook mijn digitale donkere kamer voorlopig compleet. Met Exif Pilot zorg ik ervoor dat de Exif data bij de bestanden op orde blijft wanneer ik de foto’s op Flickr of zo publiceer.
Mijn eigen foto’s kregen ook zeer bruikbaar commentaar. Een van die foto’s heb ik inmiddels aangepast naar aanleiding van dat commentaar. Hieronder zie je links de afdruk zoals ik die op de portretavond in november presenteerde. Het commentaar betrof vooral de, ondanks de onscherpte, wat rommelige achtergrond en de schaduw onder de traditionele pet, die te donker was. Ik kon het daarmee eens zijn en ben met de foto in Gimp aan de slag gegaan: het portret en de achtergrond heb ik door handige selectie geisoleerd en als aparte laag in Gimp vrij stevig gaussisch geblurred. De wat merkwaardige lichte rand rechts naast het gezicht heb ik verwijderd met een clone kwast. Het portret zelf heb ik met BIK-filters aangepast. De lichte deel van pet werd daar wat viezig van, zodat ik uiteindelijk de belichting in alleen het gezicht en de donkere delen van de pet heb aangepast en de ogen ietsje heb opgelicht. Het uiteindelijke resultaat zie je rechts.
Kortom: ik ben zeer tevreden met de eerste ervaringen binnen deze fotoclub. Ik zie veel inspirerende foto’s, ik leer allerlei nieuwe technieken die mijn eigen foto’s kunnen verbeteren. Zoals ik op de clubavond van 8 januari opmerkte denk ik dat de kwaliteit van het commentaar bij de foto’s nog zou kunnen toenemen, als degene die de foto’s “op het bord zet” die foto vooraf wat beter zal hebben kunnen bekijken. Bij mijn eerdere clubs gebeurde dat door per “eigen-werk-avond” twee leden te vragen de foto’s tevoren thuis te bekijken. Daarvoor zouden de foto’s natuurlijk wel op een eerdere avond ingeleverd moeten worden. Die twee leden bekeken de foto’s dan samen vóór de bespreekavond. Op 8 januari gebeurde iets vergelijkbaars door het bespreken van de foto’s in groepjes vóór ze op het bord kwamen.
De fotoclubs waar ik eerder lid van was waren allemaal ook lid van de fotobond. Ik begrijp dat onze fotoclub dat niet is. Dat vind ik jammer. Ik heb de uitwisseling tussen clubs via de bond en de mogelijkheid om commentaar te krijgen van andere amateurfotografen dan de leden van je eigen club altijd als zeer prettig en nuttig ervaren. Dat werkte enerzijds doordat clubs bij elkaar op bezoek gingen en hun eigen foto’s in een andere club presenteerden en anderzijds door deelname aan “wedstrijden”, zowel in clubverband als als individu. Het wedstrijdelement vind ik daarbij niet interessant, wel de mogelijkheid te ervaren of de foto’s die je zelf mooi en goed vindt, ook door anderen mooi en goed worden gevonden.
Ik ben dus een tevreden nieuw lid van de Fotoclub Bilthoven en Omstreken. Ik hoop en verwacht nog lang mee te kunnen doen en daardoor ook de kwaliteit van mijn eigen fotografisch werk te verbeteren.